Omgevingsmanagement: WML als partner, adviseur, lobbyist en (soms) actievoerder

Met de toenemende bedreigingen voor zowel de kwantiteit als kwaliteit van de drinkwaterbronnen, de naderende invoering van de Omgevingswet en de groeiende druk op de ondergrond is het belang van omgevingsmanagement bij WML de afgelopen jaren steeds groter geworden. Een team bestaande uit een strategisch omgevingsmanager en vier adviseurs Zekerstelling Grondstof en Winning is er continu mee bezig. WML manifesteert zich naar de omgeving als maatschappelijke partner. Niet wijzen met het vingertje, maar meehelpen en adviseren bij het borgen van het drinkwaterbelang. Maar hoe ver kun je daarin gaan? Hoe ga je om met een majeure wetswijziging die veel bedreigingen met zich meebrengt, maar ook kansen biedt? En moet je er soms niet gewoon met gestrekt been in gaan?

>  De Omgevingswet in het kort
>  Overzicht van het omgevingsmanagement bij WML


Plek geven aan het drinkwaterbelang

Afhankelijk van onder meer de voortgang van de coronacrisis wordt binnen afzienbare tijd de Omgevingswet ingevoerd. Mirjam van Roode, adviseur strategisch omgevingsmanagement bij WML, heeft er haar handen vol aan. Sinds haar aanstelling in december 2017 is ze bezig met bedenken en adviseren hoe het drinkwaterbedrijf zich moet opstellen in het voorbereidings- en straks uitvoeringstraject van de Omgevingswet. ‘Bij elk initiatief in de leefomgeving moet straks een belangenafweging worden gemaakt en als handvat daarvoor schrijven overheden een visie. Het Rijk lijkt in de Nationale Omgevingsvisie geen keuzes te maken; alle belangen zijn belangrijk. Ook de provincies worstelen hiermee in hun provinciale Omgevingsvisies. Dus moet de belangenafweging in de praktijk komen van de gemeenten. Drinkwater is dan één belang te midden van vele andere belangen. Een belang dat bovendien zo vanzelfsprekend en onzichtbaar is dat het al snel wordt vergeten. Gemeenten schrijven nu hun omgevingsvisies en die zijn sterk gericht op klimaat, energietransitie en gezondheid. Wij moeten er voor zorgen dat ook het drinkwaterbelang een plek krijgt.’


Mirjam van Roode, adviseur strategisch omgevingsmanagement bij WML
Mirjam van Roode, adviseur strategisch omgevingsmanagement bij WML

 

WML als adviseur en partner

Om dit voor elkaar te krijgen, gaan twee van de vier adviseurs Zekerstelling Grondstof en Winning bij WML, Marie-Louise Geurts en Roger Hoofs, regelmatig bij de 31 gemeenten in Limburg op gesprek. ‘We doen dat samen met het waterschap’, vertellen zij. ‘Als handreiking naar de gemeenten gebruiken we de Bouwstenen voor Water en Klimaat. Die hebben we eind 2018 opgesteld met het waterschap, de provincie en de waterambtenaren van gemeenten in Noord- en Midden-Limburg. Gemeenten vinden het prettig dat het waterschap en WML samen aan tafel komen en zich daarbij als partner en adviseur opstellen. Ze hebben al zo veel op hun bordje. En in een kleine gemeente heeft een ambtenaar misschien een halve werkweek beschikbaar om zich bezig te houden met duurzaamheid, klimaatverandering én water. Goed als wij dan kunnen helpen met het borgen van het drinkwaterbelang.’


Marie-Louise Geurts, adviseur zekerstelling grondstof en winning bij WML
Marie-Louise Geurts, adviseur zekerstelling grondstof en winning bij WML

Positie verwerven in netwerken

Maar hoe ver moeten we hierin gaan, vraagt Van Roode zich af. ‘Wij kunnen ons overal tegenaan bemoeien, maar dan moeten we meer mensen inzetten. We moeten steeds nadenken over hoe we zo efficiënt en effectief mogelijk ons omgevingsmanagement inzetten. Waar moeten we op welke momenten bij zijn? Uiteindelijk komt het er op neer een plek te verwerven in de relevante netwerken. WML heeft nu een stevige positie in het Limburgse waternetwerk, met het waterschap, de Provincie en gemeentelijke waterambtenaren. De Omgevingsvisies worden echter geschreven door ambtenaren ruimtelijke ordening, en de omgevingsvergunningen worden straks verleend door vergunningverleners. Wij moeten het drinkwaterbelang ook bij hen op het netvlies krijgen.’


Aan de noodrem trekken

Alhoewel WML zich in eerste instantie altijd als adviseur en partner opstelt, moet het drinkwaterbedrijf soms het gestrekte been hanteren en dwars voor initiatieven gaan liggen. Neem de al door een gemeente vergunde bouw van een kantoor, waarvan de fundamenten dwars door een beschermende kleilaag heen zouden gaan. ‘Wij kwamen daar toevallig achter toen we bij de gemeente op bezoek waren om het drinkwaterbelang te promoten’, vertelt Hoofs. ‘De ambtenaar vroeg zich in het gesprek hardop af of de gemeente daar wel rekening mee had gehouden bij het verstrekken van de bouwvergunning. Nee dus, maar er was ook het belang van de werkgelegenheid. Wij hebben toen druk uitgeoefend, waarna de initiatiefnemer met een nieuw plan is gekomen met een minder diepe fundering. Soms moet je dus gewoon aan de noodrem trekken en puur voor je eigen belang opkomen.’

‘Dat moeten we wel doseren’, voegt Van Roode toe. ‘We willen voorkomen dat er een sfeer ontstaat van: daar heb je WML weer! Soms kiezen we er daarom in concrete kwesties voor ons aan te sluiten bij anderen die een andere kaart spelen, bijvoorbeeld natuurbehoud, als dat tegelijkertijd het drinkwaterbelang dient.’


Roger Hoofs, adviseur zekerstelling grondstof en winning bij WML
Roger Hoofs, adviseur zekerstelling grondstof en winning bij WML

Pionieren en (onder)zoeken

Omgevingsmanagement betekent omgaan met onzekerheden, zaken blijven uitzoeken en pionieren. ‘Zeker de energietransitie brengt ontwikkelingen met zich mee waarvan we de effecten nog niet weten’, aldus Van Roode. ‘Er wordt gedacht over geothermie en de systemen voor warmte-koudeopslag schieten als paddenstoelen uit de grond. Van veel initiatieven is onvoldoende duidelijk of die bedreigingen opleveren voor het grondwater en zo ja, welke. Bij dit soort zaken voeren we steeds vaker afstemmingsoverleg met andere drinkwaterbedrijven en ondersteunen we onze belangenvereniging Vewin met bijvoorbeeld onderzoeken en praktijkvoorbeelden. We zijn allemaal aan het pionieren op dit gebied en kunnen elkaar goed helpen.’

Waar de effecten van ontwikkelingen op drinkwaterbronnen nog niet bekend zijn, is het standpunt van WML: niet toelaten in waterwingebieden, liever ook niet in grondwaterbeschermingsgebieden. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor zonneweides. ‘We weten nog onvoldoende over de uitloging van zonnepanelen, zeker als ze op de bodem staan of in het water liggen’, zegt Geurts. ‘Wat zijn op termijn de risico’s van haarscheurtjes in de panelen, wat gebeurt er als ze breken en wie ruimt ze op na afloop van de levensduur? We doen nu samen met de Provincie Limburg onderzoek naar de risico’s van uitlogen voor het grond- en oppervlaktewater. Voorlopig heeft de Provincie besloten zonneweides uit te sluiten in waterwingebieden en Natura 2000-gebieden. Dat vinden we een goede zaak.’


Pionieren en (onder)zoeken

Digitaal Stelsel Omgevingswet als kans voor verbetering

Het omgevingsmanagement van WML en de drinkwatersector speelt zich af op meerdere schaalniveaus. Niet alleen bij gemeenten, waar initiatieven in de leefomgeving uiteindelijk wel of niet worden vergund, maar ook op hogere niveaus. Zeer belangrijk bij de uitwerking van de Omgevingswet is bijvoorbeeld het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Van Roode noemt het dé kans om onder de Omgevingswet het drinkwaterbelang goed te borgen. ‘Als dit stelsel goed wordt ingericht, wordt het drinkwaterbelang beter beschermd dan nu.’

Het DSO is een digitaal loket waarin initiatiefnemers meteen zouden moeten kunnen zien of hun initiatief is toegestaan en/of aan welke voorwaarden ze moeten voldoen. Daarvoor moeten alle overheden hun geboden, verboden en regels hierin opnemen. ‘Als dan bijvoorbeeld een bierbrouwerij een fabriek wil bouwen in een waterwingebied, geeft het DSO een signaal af dat dat niet kan’, licht Van Roode toe. ‘De Provincie moet daarvoor als hoeder van het grondwater de grondwaterbeschermingsgebieden, waterwingebieden en boringvrije zones in het DSO opnemen en de regels die daar gelden. Dit kan echter alleen als het stelsel hiervoor op landelijk niveau goed wordt ingericht. Dat proces verloopt nog niet zoals wij graag zouden willen. Er is voor de drinkwatersector dus nog veel werk aan de winkel op landelijk niveau, en voor WML op provinciaal niveau.’


Niet overal meervoudig ruimtegebruik, maar functiescheiding

Het beschermen van de drinkwaterbronnen is het belangrijkste doel van het omgevingsmanagement van WML, maar niet het enige. Een ander doel is het beschermen van de infrastructuur van WML. Dit wordt steeds belangrijker nu de druk op de ondergrond toeneemt. Alleen al de energietransitie leidt straks tot de aanleg van warmtenetten. De groei van de mobiliteit leidt tot aanpassingen in het wegennet, de economische groei en schaalvergroting tot nieuwe bedrijvigheid. Al deze activiteiten leiden tot graafwerk in de bodem. ‘Zeker in bebouwd gebied gebeurt dat doorgaans op plekken waar in de ondiepe ondergrond al veel leidingen liggen, ook van WML, onder trottoirs of straten. Het is dan zaak dat dit op een verantwoorde manier gebeurt, zonder schade aan te richten. Niet alleen bij het graven zelf, maar ook later in het gebruik. Als bijvoorbeeld leidingen van warmtenetten dicht bij de WML-leidingen liggen, heeft de uitstraling van warmte dan geen effect op het drinkwater? Ook daar moeten we alert op zijn.’

Een andere ontwikkeling zijn de initiatieven om de diepere ondergrond voor meerdere doeleinden te gebruiken. ‘Wij zijn eigenlijk allemaal op een kleine postzegel bezig’, verwoordt Hoofs het probleem. ‘De drinkwatersector pleit daarom voor functiescheiding. Ons land is zo vol dat er geen plek is om naar uit te wijken als het bij meervoudig ruimtegebruik een keer fout gaat, bijvoorbeeld bij de opwekking van energie via geothermie in een waterwingebied. WML kan dan niet zo maar productie-installaties verplaatsen. Door meervoudig ruimtegebruik in beschermingszones tegen te gaan, worden de bronnen voor het drinkwater beter beschermd.’


WML als initiatiefnemer

Een laatste loot aan de boom van het omgevingsmanagement van WML is dat het drinkwaterbedrijf ook zelf initiatiefnemer is in de leefomgeving, bijvoorbeeld bij de (ver)bouw van installaties of sanering van leidingen. Van Roode: ‘Dan zitten we aan de andere kant van de tafel en stemmen we onze aanpak af met de overige belanghouders in het gebied. Dit proces gaat onder de Omgevingswet anders verlopen. Alleen al het feit dat gemeenten straks binnen acht weken een besluit moeten nemen over een vergunningaanvraag, tegen 26 weken nu, legt veel druk op de integrale belangenafweging en het betrekken van belanghebbenden bij de besluitvorming. Om toch een zorgvuldig proces te doorlopen, zal een aanvraag voor een vergunning beter moeten worden voorbereid en zal het overleg met de omgeving al vóór de aanvraag moeten plaatsvinden. Ook daarin moet WML, nu als initiatiefnemer, haar weg vinden.’


Duidelijker manifesteren in de omgeving

Duidelijker manifesteren in de omgeving

Never a dull moment dus voor de adviseur omgevingsmanagement en adviseurs Zekerstelling van WML, concluderen Van Roode, Geurts en Hoofs. Veel werk te verzetten op soms nog onontgonnen gebied; veel masseren, heel veel lezen, partijen verbinden, goed luisteren en steeds analyseren met wie het best een coalitie kan worden aangegaan. ‘Voor een drinkwaterbedrijf brengt dit een geheel nieuwe rol met zich mee, namelijk die van lobbyist, adviseur en heel soms actievoerder. Een rol dus waarbij WML zich duidelijker in haar omgeving moet manifesteren. De tijd dat we konden zeggen ‘water oppompen, klaar!’ is nu wel definitief voorbij.’